Bloemweide – aanleg en beheer


U kunt zelf helpen aan versterking van de biodiversiteit in uw eigen omgeving. Met name (wilde) bijen maar ook vlinders kunnen goed extra voedselbronnen gebruiken. Hierbij ontvangt u een instructie wat betreft het inzaaien en het beheer van de begroeiing, aan de hand van veel gestelde vragen.

Aanleg bloemenweide

Kan ik een bestaande grasvegetatie doorzaaien met een bloemenmengsel?

Nee, u kan een bestaande grasvegetatie niet doorzaaien met een bloemenmengsel. De zaden vallen niet in de bodem en daarnaast hebben de zaden en kiemplanten geen kans om zich te ontwikkelen door de heftige concurrentie van grassen. Het doorzaaien van bestaande grasvegetaties leidt enkel tot teleurstellingen.

Wat moet ik doen voorafgaand aan het zaaien?

Voorafgaand aan het zaaien is het noodzakelijk de aanwezige begroeiing te verwijderen. Zaden moeten namelijk in de minerale bodem (kale grond) vallen om te kunnen kiemen. FREES DE BODEM NIET!!! Hiermee haalt u de begroeiing niet weg (wortels blijven gewoon zitten en lopen weer uit) en de bodem wordt sterk verstoord, waardoor versneld voedingsstoffen vrijkomen. Dit is ongunstig. Probeer daarom de bodem af te plaggen of af te schrapen om een gunstige uitgangssituatie te creëren. Indien dat niet mogelijk is dan kan ploegen ook. U mag het bovenste deel van de bodem - indien nodig- licht opruwen, maar zorg er voor dat het kiembed stevig is (je mag er niet tot aan de enkels in wegzakken). Na zaaien kan desgewenst het zaad licht worden ingeharkt (1-2 mm) en eventueel worden aangerold met een tuinwals of landrol.

Kan je het gehele jaar door zaaien?

De voorkeursperioden voor zaaien is augustus-september of februari-maart. Dit heeft er mee te maken dat veel soorten vaak ook wat koude- en weersinvloeden nodig hebben om te kunnen kiemen. Bij voorkeur niet zaaien als de grond drijfnat is (met name op zware bodems is dit ongunstig). Ook zaaien tijdens vorst, sneeuw of extreem natte periodes wordt afgeraden.

Hoeveel gram zaad heb ik nodig?

In dit project geldt: 1 g/m2 op klei en 1,25g/m2 op zand. Hoe zorg ik voor een gelijkmatige verdeling van de zaden? Handmatig zaaien: Meng de zaden met licht vochtig zand (niet nat). Hiervoor kan je bijvoorbeeld straatzand gebruiken. Dit steekt mooi af tegen de overwegen donkere ondergrond. Op die manier kan je goed zien waar je al zaden gestrooid hebt. Ga voor menging uit van ongeveer 1 emmer zand op iedere 100 gram zaad of 1 kruiwagen zand voor 1 kg zaad. Machinaal zaaien: Voor grote oppervlakten kan het handig zijn de zaden machinaal te zaaien. In dat geval is het handig om het zaad te mengen met geplette mais of geplette granen (mais- of graanschroot). Dit is verkrijgbaar bij een agrarische groothandel. Mengverhouding: 1 gram bloemenmengsel en 5 gram schroot. Let op: niet iedere zaaimachine is geschikt voor het zaaien van een bloemenmengsel. De meeste machines zijn ingericht op het zaaien van één type zaad (bijv. graszaad of graan). In bloemenmengsels zitten zeer kleine zaden, zeer grote zaden en de vorm varieert per zaad sterk van rond tot ovaal tot langwerpig . Zaaimachines zijn hier moeilijk op af te stellen. Daarnaast kan door de trilling van de machine het mengsel ontmengd worden waardoor de kleine zaden eerst gaan en op het laatst pas de grote zaden. Pneumatisch zaaien lijkt vooralsnog de beste resultaten te bieden (dus een zaaimachine die door middel van lucht de zaden in de grond blaast).

Moet ik grassen mee zaaien om een bloemrijk grasland te maken?

Nee, deze komen er vanzelf in.

 

Beheer bloemenweide

Hoe beheer ik de bloemenweide het eerste jaar na inzaaien?

Laat de mengsels in eerste instantie gewoon opkomen. Als de bloemenweide sterk vergrast, zult u ondanks de bloei van de éénjarige soorten toch moeten maaien. Dit om de vaste soorten waar je uiteindelijk mee verder wil de komende jaren te behouden. In het eerste jaar na het inzaaien is het van belang dat zo veel mogelijk zaden gaan kiemen en dat jonge kiemplanten voldoende licht en ruimte krijgen om uit te groeien. Maai de vegetatie het eerste jaar iedere keer wanneer deze 20-25 cm hoog is. Maai met een zeis, bosmaaier met een messenblad (geen draadkop!) of een cyclomaaier (geen klepelmaaier). Deze vermulschen de vegetatie niet, waardoor het ook gemakkelijk af te harken of op te rapen is. Voer maaisel altijd af, anders verstikken kiemplanten of kan licht niet meer doordringen tot op de zaden die op de grond liggen. Maai niet te laag (> 5 cm boven grond). Hoe beheer ik de bloemenweide na het eerste jaar? Na het eerste jaar kunt u de bloemenweide met vaste soorten één of twee keer maaien. Zorg er voor dat tijdens het maaien de vegetatie niet wordt vermulscht of geklepeld. Het maaisel is dan niet meer goed bijeen te harken of af te voeren. U kunt er voor kiezen gefaseerd te maaien. Maai dan eind mei-begin juni een deel van de vegetatie af. Dit is natuurlijk jammer, maar dit deel zal trachten opnieuw uit te lopen en laat in het jaar alsnog te bloeien. Zo hebben ook de late bloembezoekers nog wat nectar. Vanuit biodiversiteit is gefaseerd beheer altijd aan te raden, tenzij het om een zeer kleine bloemenweide gaat (< 100 m2).

Wanneer moet ik maaien en afvoeren?

Belangrijk: U dient altijd het maaisel af te voeren na een maaibeurt. Maai bloemrijk grasland op zeer schrale grandgrond één keer in september. Maai overig bloemrijkgrasland twee keer: in mei- begin juni en augustus-september. Als de begroeiing zich mooi heeft ontwikkeld dan kunt u het tijdstip van maaien iets naar achteren schuiven. Op zeer voedselrijke grond maait u het grasland drie keer: in mei-begin juni, in augustus-september en nogmaals in oktober- begin november.

Kan ik de bloeiperiode van de bloemenweide verlengen?

U kunt de bloeiperiode van de bloemenweide op twee manieren verlengen:

1. Door een gefaseerd maaibeheer uit te voeren. Dit betekent dat u niet alle delen van uw bloemenweide op hetzelfde moment maait. Het deel dat u vroeg in het jaar maait (mei, begin juni), wordt even teruggezet in de ontwikkeling. Dit deel zal later bloeien dan het deel dat niet is afgemaaid.

2. Door (Eco-)bloembollen toe te passen voorafgaand aan het zaaiwerk kunnen reeds vroeg in het voorjaar en laat in het najaar nog bloembollen bloeien. Kies hiervoor kleine verwilderingsbollen (bostulp, krokus, sneeuwklokje) en niet de grote soorten met veel loof zoals grote tulpen of narcissen. 3 Begrazing en bloemenweides Traditioneel gezien werden deze bloemrijke graslanden gehooid (gemaaid en maaisel afgevoerd). Dit zorgde voor afvoer van voedingsstoffen, waardoor er veel kansen waren voor bloemplanten. Bij begrazing worden de bloemhoofden van bloeiende planten als eerste opgegeten. Daarnaast vertrappen de hoeven veel jonge kiemplanten of bestaande bladrozetten en wordt er minder voeding afgevoerd doordat de dieren in de bloemenweide mesten. Dit zorgt op zijn beurt weer voor sterkere groei van grassen, die bloemplanten hinderen in de ontwikkeling. Op basis van bovenstaande is de combinatie van bloemenweide en begrazen niet aan te raden. Het bloemrijke karakter wordt daarmee onderdrukt. Wat wel een mogelijkheid is, is kort nabeweiden met bijv. schapen. Zeker in de meer vergraste bloemenweides kunnen de hoeven dan zorgen voor een meer open bodem, waar weer ruimte is voor kiemplanten van bloemplanten. 4 Het bewaren van zaden Mocht u niet direct al het zaad gebruiken, bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek, zonder sterke temperatuurwisselingen (ongeveer 15 graden).

 

Kopen bloemmengsels

Naast deze zijn er nog meer mogelijkheden om bloemenmengsels te kopen of eventueel uit te ruilen. Heeft u andere suggesties, laat het ons weten. Dan delen we dat graag.

https://www.vanberkelenslinge.nl/bloemenmengsel/